Alaaf!!!

Carnaval, het feest voor het grote vasten begint tot Pasen. Waarschijnlijk komt het ook van een “heidens” feest, precies is het niet te achterhalen. Het lijkt heel veel op de Saturnaliën, een Romeins feest ter ere van Saturnus de god van landbouw en uitgezaaide graan. Drinken, gokken, feest van slaven die voor 1 dag zich mochten verkleden als hun meesters, het openbare leven lag 1 dag stil.
Zo werd het populair in Italië in de middeleeuwen en vandaar uit is het over Europa verspreid. De naam verwijst waarschijnlijk naar de 40 dagen vasten voor Pasen, de periode waarin de Christenen geen vlees mochten eten. Carne Vale, vaarwel aan het vlees. Maar het zou net zo goed de verbastering kunnen zijn van Carrus navalis, wat een verwijzing is naar de traditionele optochten tijdens het feest.
Elke regio heeft zo zijn eigen gebruiken, in brabant speelt het zich voornamelijk in de cafés af en veranderd de naam van de stad in brouwersgat, striepersgat enz. In Limburg daarin tegen vieren ze het meestal buiten en zijn er weinig plaatsen die een speciale carnavals naam krijgen.
Maar ik zal jullie niet langer vervelen met de geschiedenis, ik wil eindigen met de tekst van een heel bekend carnavals liedje, een gedeelte dan toch.. het is van de Kwaoitongen uit Oeteldonk en jullie kennen het wel:
Agge mar leut het in ut leve
Agge mar op zun tijd us lacht
Agge mar naor geluk blèft streve
Kredde wa ge had verwacht
Agge mar leut het in ut leve
Agge mar lacht dan worde oud
Agge mar af en toe hil eve
Toont da gij nog van dur houdt
Veul Leut en nie te zat he!
Groetjes de moeder van...
P.S. Volg ze ook op Facebook!


Reacties (0)
Geen reacties gevonden.

Hulp nodig?
Neem contact met ons op